Participatie voor het ontwerp van een inclusieve speeltuin?

Elke keer dat ik participatie doe om een samenspeeltuin te ontwerpen leer ik weer wat!

Afgelopen jaren heb ik al veel mensen gesproken en kinderen geobserveerd tijdens het spelen, je zou zo langzamerhand verwachten dat ik alles wel weet. Maar niets is minder waar; de kinderen blijven mij verrassen met hun ideeën en speelgedrag, En rondlopen in een speeltuin met ervaringsdeskundigen, dat blijft machtig interessant.

Gisteren was ik in Speeltuin Vogelwijk in Leiden, want ze hebben een bijdrage van het Samenspeelfonds gekregen. Dat is een heel mooi initiatief, waardoor speeltuinen gestimuleerd worden om inclusiever te worden, zodat iederéén er leuk kan spelen. 

Voor mij begint het ontwerpen van een samenspeeltuin altijd bij de participatie. Door vooraf te investeren in het lokale netwerk, ontstaat er bekendheid en is de kans groter dat er straks ook echt kinderen met een handicap komen spelen. 

Hoe kom je aan deelnemers voor de participatie voor een inclusieve speeltuin?

Dat is een vraag die vaak gesteld wordt en het is ook niet altijd even gemakkelijk. Wat wij deden:

  • Wij hadden een mooie flyer ontworpen en die uitgedeeld in de buurt, opgehangen bij een revalidatiecentrum in de buurt en bij 2 scholen voor speciaal onderwijs. 
  • Stukje in de lokale krant
  • Een plaatstelijke stichting voor samenspelen benaderd 
  • De scholen ook nog gebeld en die beloofden het mee te nemen in de nieuwsbrief voor ouders. 
  • En verder op de diverse groepen een bericht geplaatst op social media. Groepen zoals 'Dutch Healthnetwork', 'ik ben slechthorend nou en', 'de speeltuinbende', 'blinden en slechtzienden', 'gehandicaptenzorg nederland', 'kennisteam EMB' en 'Nieuws uit Leiden'. 

Bij ouders is er vaak een grote drempel om met hun kind met beperking langs te komen. Soms komen de kinderen laat uit school vanwege het vervoer. Soms willen ze wel, maar komt er iets tussen van ziekte of lukt het gewoonweg niet. De gezinnen zijn zwaar belast, en dan zijn andere zaken vaak belangrijker, heel begrijpelijk.

Mensen persoonlijk benaderen werkt vaak nog het beste, dat kan dus het beste gedaan worden door iemand uit de buurt, die veel mensen kent. Ga langs, spreek mensen aan, bel ze op, dat werkt altijd goed.

Uiteindelijk was er gisteren ondanks al onze moeite bij de mee-denk-middag geen enkel kind met een beperking aanwezig. Jammer. 

Is het dan mislukt? Nou ja, het was natuurlijk beter geweest als ze er wel waren. Maar er kwamen wel genoeg interessante deelnemers op af, om dit toch een geslaagde middag te kunnen noemen. Er was bijvoorbeeld een oma van een kind in een rolstoel,  maar ook een kinderarts van het ziekenhuis en een kinderfysiotherapeut van het revalidatiecentrum, zij had de tijd genomen om tussen de patiënten door even langs te komen. En wat een waardevolle ideeën gaven ze aan ons mee, en vooral zo mooi dat zij nu weten dat deze speeltuin er is, dan kunnen ze al hun patiënten hier naartoe doorsturen. Hier zie je een van de moodboards die is gemaakt:


Ook was Femke Krijger aanwezig, zij woont in de buurt, dus ze kende de speeltuin en ze heeft beperkt zicht en gehoor.  Ze schreef trouwens ook een mooi boek over haar ervaringen daarmee: 'De evenwichtskunstenaar'. En wat had zij een goede tips en ideeën voor de speeltuin!  Geweldig, want te vaak wordt er gefocust op de aanpassingen die nodig zijn voor kinderen in een rolstoel en is er minder aandacht voor andere beperkingen zoals slechtziendheid. Even wat cijfers:

Er zijn ongeveer 250..000 mensen in Nederland die een rolstoel nodig hebben (bron: rolstoel.nl) en er zijn 300.000 mensen met een visuele beperking (bron: bartimeus), Toch niet onbelangrijk dus om hier rekening mee te houden!

Nu wil je vast nog weten wat ik dan geleerd heb, dat was veel, maar hier volgen een paar mooie:

  • Oriëntatiepunten zijn belangrijker dan gidslijnen. Meestal ga je met iemand naar de speeltuin, die kan je helpen om naar binnen te lopen, dan is een gidslijn dus niet persé nodig.  Maar als je eenmaal aan het spelen bent, of als je juist als slechtziende je kinderen zoekt, dan wil je graag snappen waar je bent op de kaart in je hoofd. Een hek, een brug, een klaterend watervalletje (als je kan horen), of een ander soort ondergrond, dat zijn goede oriëntatiepunten. 
  • Als je als ouder slechtziend bent is een omheining heel belangrijk.  Je kan je kinderen niet de hele tijd in de gaten houden, dus geeft het veel vertrouwen als je weet dat je kind veilig is in de speeltuin.
  • Een halfverhard pad naast een speeltoestel met een zandondergrond is niet handig, dat zand loopt over het pad heen en dan is niet meer te voelen waar het pad is, dan ben je dus de weg kwijt en bestaat het gevaar dat je in de zone loopt van bijvoorbeeld een uitzwaaiende schommel.

De mooiste uitspraak vond ik toch echt deze:

De ruimte gaat in je lijf zitten

Want ik realiseerde mij dat ik dat al eerder had gezien. Het jongetje op de foto hierboven is namelijk ook slechtziend. Hij reed met zijn fietsje over het paadje en kreeg een tak in zijn gezicht, omdat hij die niet gezien had. Vervelend natuurlijk, dus nu zie je hem bukken op precies de goede plek, de tweede keer had hij er geen last meer van. De ruimte zat in zijn lijf, hij wist precies waar hij was. Mooi toch!

Wil je nog meer weten over hoe je een inclusieve speeltuin realiseert? Kijk dan even hier